Gedichtanalyse

Vijfde jaar

EERSTE GEDICHT


In een nevelige horizon

ik heb kou en regen
aan de zee meegegeven
in een nevelige horizon
kwamen zij elkaar tegen

waar het grijs
langzaam klaarde
golven weer hun
eigen kleur vergaarden

en lichte plekken
op het harde zand
het strand een bijna
zomers aanzien gaven

alles bloeide open
als in een metamorfose
toen zon de wolken brak
en ons het paradijs terug gaf



Wil Melker

In dit gedicht, dat ik zelf heel mooi vind, is de natuur in al zijn schoonheid het belangrijkst. In het gedicht zijn heel veel verwijzingen naar de natuur te vinden, om te beginnen al bij de titel van het gedicht. Het woordje 'horizon' gaat dan ook een grote betekenis spelen in het verdere verloop van het gedicht. Het woord 'natuur' is dus een belangrijk uitgangspunt in dit gedacht. 'Natuur' is een belangrijk semantisch veld. Alle woorden in het rood gearceerd verwijzen naar de natuur als dusdanig, wat dus wel degelijk een centrale rol speelt in dit gedicht. Het gedicht gaat over een persoon (of het een jongen of meisje is, is onduidelijk), die in het begin van het gedicht spreekt over 'de kou en de regen die hij/zij aan de zee heeft meegegeven'. Hij of zij bevindt zich hoogstwaarschijnlijk aan de kust, aangezien er wordt gesproken over de zee, de golven, het strand etc. De kou en de regen waar de streek mee te kampen heeft gekregen, verdwijnt langzaam. De zee vangt de koelte op en wordt als het ware opgevangen door de horizon aan de 'andere kant' van de zee. Vanaf dat moment in het gedicht begint de natuur zich weer te herschikken: het grijs klaarde langzaam, golven kregen weer hun eigen kleur en het strand kreeg een bijna zomers aanzien. Tot slot krijg je in de laatste strofe een climax. Werkelijk alles bloeide open, er is zelfs sprake van een metamorfose en van een werkelijk paradijs. De kou en de regen hebben plaatsgemaakt voor een waar paradijs, waar de bloemetjes en de bijtjes volop in bloei staan.
In een gedicht is niet enkel de inhoud, maar ook de klank, het rijm en het ritme belangrijk. In dit gedicht rijmen er sommige zinnen wel, maar een duidelijk rijmschema is niet echt te vinden. Eindwoorden zoals regen, meegegeven, tegen; klaarde vergaarden zijn in het gedicht te vinden, maar dit zijn dan ook de enige woorden. Er is zoals eerder gezegd niet echt een duidelijk schema. Qua stijl, staat het gedicht eigenlijk vol enjambementen. De dichter stopt abrupt een zin  en gaat op de volgende regel verder. Dit doet hij om wat spanning op te bouwen en om de lezer nieuwsgierig te maken naar het verdere verloop. Of dit in dit gedicht ook echt de bedoeling was van de dichter weet ik niet. Door het gebruik van enjambementen, heeft dit gedicht voor mij wel een mysterieuze sfeer. Ook alliteraties en assonanties zijn niet echt te vinden te vinden in dit gedicht. Het gaat de schrijver dus veel meer om de boodschap die hij wilt verkondigen, dan om de stijl van het gedicht.
De foto die hierboven afgebeeld is, vind ik persoonlijk zeer goed passen bij het gedicht. De hemel is nog steeds grijs en grauw en het landschap en de zee hebben een soort duistere sfeer. Maar in het midden van de afbeelding klaart de hemel op. Alles bloeit werkelijk open.

Zesde jaar


TWEEDE GEDICHT
Metamorfose



De duivel sloop in een rein hart

plantte er zijn vruchtbaar zaad

verteerde het laatste zuiv're part

en vulde het met onvervalste haat



De duivel schonk gul zijn raad

leidde een onbevlekte ziel ten gronde
oneindig groter is het gruwelijk kwaad
dan de omvang van de toegebrachte wonden

De duivel drong diep door in het bloed
verwarde een ooit zo helder brein
te grijpen naar een spuit vergt weinig moed
de roes altijd een bittere voorbijgaande schijn

Een onwetend mens liet de deur open
op een dieptepunt in zijn prille leven
besloot zijn hart en wil te verkopen
aan één van de duivels die rond ons zweven

Analyse: Ik heb talloze gedichten gelezen voor ik op dit mooie gedicht kwam. Het sprak mij meteen aan, ik vind het prachtig... Het verwoordt zo goed hoe sommige mensen zich op bepaalde momenten in hun leven voelen. Zo machteloos, vol van pijn, uitgeput.. Ze moeten dan proberen om hiertegen te vechten, 'het kwaad', zoals in het gedicht wordt vermeld, te verdringen of overtreffen. Een paar mensen lukken hier echter niet in en geven toe aan hun leed, waardoor het kwaad in de vorm van een duivel, een geest in je lichaam treedt en je meer en meer afbreekt, tot 'je heldere brein helemaal verward is' en 'je hart en wil aan het kwaad verkocht wordt'. Dit is prachtig geformuleerd in dit gedicht en dat is waarom ik het zo mooi vond.
De grote centrale betekenis is in dit gedicht uiteraard 'het kwaad'. Dit is dan ook een belangrijk semantisch veld van dit gedicht (=groene woorden in het gedicht). Wat ook opvallend is, is het steeds terugkerende woord 'duivel' aan het begin van elke strofe. Zo benadrukt de schrijver dat de duivel de hoofdpersoon is in dit gedicht en veel betekenis heeft in verband met het onderwerp. 
Langs de andere kant is de titel natuurlijk van groot belang. Dit is immers waar het gedicht exact om gaat. Metamorfose wilt in dit gedicht zeggen dat de duivel, die vaak in het gedicht voorkomt, een gezond en rein persoon ten gronde brengt. Hier komt het thema van 'de duivel' en 'het kwaad' weer naar voren.
De gebeurtenissen in het gedicht spelen zich allemaal snel achter elkaar af, ze zijn opeens gekomen, zonder dat de 'gezonde persoon' het doorheeft. Dat het gedicht zich in de verleden tijd afspeelt, zou ook kunnen betekenen dat de schrijver het zelf heeft meegemaakt en zijn emoties op die manier wil uiten. De duivel is in dit gedicht de hoofdpersoon en we bekijken de gebeurtenis door zijn/haar ogen. De eerste drie strofes vertellen op welke manieren de duivel een gezond persoon kan schaden:

1)      De duivel sloop in een rein hart.
2)      De duivel schonk gul zijn raad.
3)      De duivel drong diep door in het bloed.

Deze drie manieren duiden op het gevaar waarmee een depressief en levensmoe persoon te kampen kan krijgen. De dichter heeft het ook over zelfverminking (‘de omvang van de toegebrachte wonden op v.8) en verslaving aan drugs (v.11-12). De duivel weet je bijna altijd te vinden.
De laatste strofe gaat dan over het moment dat de duivel zijn pijlen richt op de gezonde persoon. Dit moet natuurlijk niet letterlijk genomen worden, maar moet wat ruimer geïnterpreteerd worden. De persoon gaat onder aan zijn eigen nare gevoelens. Ook kan het einde geïnterpreteerd worden als het einde van het leven van de persoon. De duivel of ‘de Dood’ heeft hem meegenomen.

Klank, rijm en ritme spelen in een kunstvorm als poëzie natuurlijk ook een belangrijke rol. Allereerst kan je kijken naar de rijmvorm. In dit gedicht heeft de dichter de ABAB-rijmvorm toegepast. Het rijm is dus gekruist. Ook rijmen vier eindwoorden in twee strofes: zaad, haat, raad, kwaad. Er is slechts één alliteratie, maar die is zeer uitgesproken: de duivel drong diep door (v. 9)
Verder kan je in het gedicht ook enkele assonanties terugvinden:
·         Vruchtbaar zaad (v. 2)
·         Door en ooit (v. 9-10)
·         Grijpend en voorbijgaan (v.11-12)
·         Liet en dieptepunt (v. 13-14)
·         Wil en prille (v. 14-15)
·         Rond ons (v.16)

Het valt ook op dat de dichter geen gebruik maakt van leestekens. Elke strofe staat voor 1 zin, die niet onderscheiden wordt door komma’s of punten. Wel begint elke ‘zin’ met een hoofdletter. Bijna elk vers is een enjambement, waarbij een zin over twee (of eventueel meer) versregels doorloopt.

Het is nu wel duidelijk: de dichter wil verkondigen wat hij (of een andere al dan niet denkbeeldige persoon) voelt, wat hij meegemaakt heeft, maar dit wil hij doen op een poëtische manier, lettend op stijl, klank en ritme.

Ik kreeg als opdracht om hier een afbeelding bij te zoeken die er volgens mij goed bij past. Deze is het geworden :

Toen ik deze foto vond, had ik meteen een wauw-gevoel. Ik vind dat deze foto werkelijk perfect past bij het gedicht. Op de foto zie je al dat de jongen boven het water het moeilijk heeft. Hij hangt aan een zijden draadje, hij lijdt. Wat zo prachtig in het gedicht gezegd wordt, zie je ook op de foto gebeuren. De jongen heeft er genoeg van, laat het kwaad over zich heen komen en gaat kopje onder.. Hij heeft het opgegeven.



[1] http://www.charmy.nl/metamorfose.htm, laatst geraadpleegd op 16/03/2016

DERDE GEDICHT

          Dichter: Bart Moeyaert
Sterk

Ik dacht dat het niet kon:
dat iets wat je niet ziet
je alle dagen draagt
en sterker maakt.
Alsof je spieren krijgt
van liefde.
En kijk, het klopt:
Het hart van oma
slaat nog altijd over
als ze opa ziet.
Maar nu hij oud is en te bed,
misschien nog net de hemel haalt,
loopt oma sinds een poosje
krommer en vraagt ze vaker
om mijn arm.
Zonder hem krijgt
ze het huis niet warm
en zelfs de hond
zakt zuchtend naast de luie stoel.
Dus is het waar
dat liefde spieren geeft
en op den duur
ook vuur.

De titel van dit gedicht is heel belangrijk, net zoals de meeste titels bij gedichten. In dit gedicht is dat 'STERK'. Het gaat over een persoon, die nadenkt over de betekenis en de impact van liefde. Geeft liefde je werkelijk energie en zorgt liefde ervoor dat je lichamelijk en mentaal sterker in je schoenen staat? Klopt het dat liefde je elke dag draagt en sterker maakt? Die persoon verwijst hierbij naar zijn oma en opa, die na al die jaren nog steeds even verliefd zijn. Nu opa ziek is, is ook oma krommer gaan lopen en is de energie een beetje uit haar weggezogen. Liefde geeft misschien wel echt spieren, die je helpen overeind te blijven.
Het woord 'sterk' is dus zeker van groot belang in dit gedicht. Dit is dan ook een belangrijk semantisch veld. Allerhande woorden verwijzen naar dat centrale woord, hetzij in de betekenis van 'sterk', hetzij in de tegengestelde betekenis van sterk, namelijk 'zwak', 'oud'. Die heb ik in een groene kleur gezet.
Zoals ik al zei, gaat het over een persoon die nadenkt over de sterkte die liefde kan geven. Het gedicht is dan ook in de ik-vorm geschreven. Dit is hoogstwaarschijnlijk de dichter zelf, die praat over zijn eigen gevoelens en dus uit eigen ervaring praat. Hij spreekt ons dus rechtstreeks aan. Het gaat volgens mij ook om een concrete gebeurtenis uit de werkelijkheid. Wat er gebeurt met zijn opa en zijn oma wekt gevoelens op, die hij dan kan loslaten door ze neer te pennen. Verschillende tijdsmomenten worden ook naast elkaar geplaatst. Ze worden een beetje vergeleken. In het eerste tijdsmoment zijn opa en oma zeer verliefd en maken ze elkaar sterker. In het tweede tijdsmoment is opa ziek en wordt oma hierdoor ook beïnvloed. Die twee tijdsmomenten zijn dus quasi tegengesteld.

Klank, rijm en ritme zijn natuurlijk ook belangrijk in poëzie, alhoewel ze in dit gedicht moeilijk te vinden zijn. Een welbepaald rijm is er niet. Eigenlijk zijn het enkel de twee laatste woorden die rijmen (duur en vuur). Rijm is voor deze dichter in dit gedicht dus niet van groot belang. Assonanties zijn er wel te vinden, zoals liefde en spieren, dat en wat, niet en ziet, draagt en maakt. Ook zijn er alliteraties in dit gedicht, namelijk hemel haalt; dagen draagt: kijk...klopt; vraagt ze vaker; zakt zuchtend.
In het gedicht is er ook een vorm van beeldspraak, namelijk in de zevende en achtste regel. "En kijk, het klopt: het hart van oma, slaat nog altijd over". Enerzijds bedoelt de dichter hiermee dat het waar is dat het hart van oma nog steeds overslaat, maar anderzijds gaat het ook over het hart dat "klopt". Deze twee verzen hebben een beetje een dubbele betekenis.

De afbeelding die ik bij dit gedicht heb gekozen, is de volgende:




Op de afbeelding is links een vrolijk mannetje te zien en rechts een droevig mannetje, met daartussen een rode lijn die hen verbindt. Die lijn is volgens mij symbolisch en je kan ze vergelijken met de invloed van de opa op de oma, maar ook van de oma en opa op elkaar. Wanneer opa nog niet ziek was, gaven ze elkaar sterkte en maakt de ene de andere als het ware gelukkiger. Het gelukkige mannetje links beïnvloedt het rechtse mannetje.
Maar wanneer opa ziek werd, had dat ook een negatieve impact op oma, die krommer ging lopen en zich ook niet meer zo goed voelde. Het rechtse mannetje maakt in deze situatie het linkse mannetje verdrietig.
Deze afbeelding staat dus symbool voor de twee situaties van het gedicht, waarbij de rode lijn de invloed weergeeft van het ene mannetje op het ander.  








Geen opmerkingen:

Een reactie posten